Interview Sylvia Tóth – “Vertrouw op jezelf”

Sylvia Tóth was in 1986 de eerste vrouwelijke voorzitter van een beursgenoteerd fonds in Nederland. Zij deelt nu haar levenslessen. Een openhartig gesprek over de kleur in het leven: “Mijn visie is altijd heel simpel geweest: het draait om de mens. Dus vergeet de bedoeling niet.”


Sylvia Tóth

Sylvia Tóth is een oorlogskind, geboren op 10 februari 1944 in Den Haag. “Mijn moeder was half-Frans, half-joods. Een optimistisch mens. Met een enorme wilskracht. Klaagde nooit. De leukste vrouw in de straat. Zij werkte bij de boekhandel op de Denneweg en kwam altijd met de mooiste boeken thuis. Ze is overigens 99 ½ geworden. Van haar leerde ik al vroeg dat ik geen huisvrouw wilde worden, maar dat dit niet vanzelf zou gaan. Mijn vader Rudolf was een Hongaar, die in Nederland zijn geld verdiende als violist. Toen ik vier was, liet hij mijn moeder, mijn broer en mij in de steek. De jaren erna hadden we het niet breed. Later hertrouwde mijn moeder. Mijn pleegvader, hoofdmachinist op de Holland-Amerikalijn, zorgde vanaf dat moment voor een Spartaanse opvoeding: elke dag vroeg opstaan, niet luieren. Niet zeggen, maar doen. Dat was het devies.”

“Mijn eigen vader zagen we voor het laatst toen ik een jaar of 8 was. Met mijn moeder maakte ik een fietstocht naar Warmond. Bij een restaurant aangekomen bleek hij daar, totaal onverwacht, als violist op te treden. Hij leek blij verrast me te ontmoeten, speelde voor mijn neus de mooiste solo en vroeg of ik met hem wilde afspreken. Als ik een week later in restaurant ’t Gouden Hooft in Den Haag zou zijn, zouden we theedrinken en dan zou hij me een horloge cadeau geven. Tegen de goede raad van mijn ouders in fietste ik die zondag daarop naar ’t Gouden Hooft. Daar heb ik uren op een bankje zitten wachten, maar geen vader te bekennen. Dus weer alleen op de fiets terug, met als vooruitzicht dat ik thuis moest bekennen dat hij inderdaad niet was komen opdagen. Op dat moment besloot ik nooit meer contact met hem te zoeken. Ik aanvaardde dat ik het leven zonder hem zou leven.”

Niets te verliezen

“Van mijn pleegvader moest ik op mijn vijftiende verjaardag van het lyceum af om te werken. Ik startte als receptioniste bij het Nederlands Instituut voor Efficiency (NIVE). Ik herinner me dat Erica Terpstra, met wie ik in de klas zat, nog troostend tegen mij zei: “jij komt er toch wel, Sylvia.” Het was 1959. In de avonduren haalde ik mijn lyceumdiploma en vervolgens mijn kandidaatsexamen psychologie in Leiden. Medestudenten zagen me toen als buitenbeentje, omdat ik al werkte. Koste wat kost niet afhankelijk zijn van anderen, dat was mijn doel. Bij het NIVE werd ik geconfronteerd met onbetamelijk gedrag van een meerdere, wat je nu #metoo zou noemen. Ik heb dat gemeld, maar kreeg te horen dat die man van meer waarde voor het bedrijf was dan ik. Voortaan geen vaste baan meer voor mij, was mijn conclusie. Uitzendwerk stond nog in de kinderschoenen maar juist hier had ik de mogelijkheid om zelf uit te kiezen wat ik kon doen. Daarom schreef ik me in bij een van de twee uitzendbureaus die Den Haag op dat moment rijk was: ASB. Achteraf is het overigens ironisch. Eigenlijk ben ik door wat nu een #metoo-kwestie zou heten, in het uitzendvak beland. Vervolgens ben ik aan de slag gegaan bij Content, dat was opgezet door Paul Hessing – een klasgenoot die ik kende van de HBS. Bij Content kon ik in 1972 directeur worden. Ik heb eerst aan mijn broer en mijn toenmalige echtgenoot gevraagd, of ik het wel zou kunnen. Ze zeiden allebei van niet. Precies daardoor werd mij duidelijk dat ik het ging doen: ik kon hen immers niet teleurstellen. Wat had ik te verliezen?”

Anders kijken

In 1985 leidde het tot de eerste management buy-out door een Nederlandse vrouw en werd zij uitgeroepen tot zakenvrouw van het jaar. Met de beursgang van Content in 1986 werd Tóth de eerste vrouwelijke voorzitter van een beursgenoteerd bedrijf in Nederland. In 1998 trad ze af als voorzitter van de raad van bestuur van Content, nadat ze het bedrijf 25 jaar had geleid en van 100 naar 3000 vaste medewerkers had uitgebouwd. “Toen ik in 1998 afscheid nam was uitzendwerk een cruciale oplossing gebleken voor de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ik werd zelf veel gevraagd om ons verhaal te doen. De naam Content was inmiddels landelijk bekend en er waren amper vrouwen op bestuurlijk niveau of directiefuncties in het bedrijfsleven. Als ik ergens sprak, stond het de volgende dag in de krant. Ik vond positieve discriminatie een belediging voor vrouwen. Ik heb altijd geweigerd voor een zaal met alleen vrouwen of alleen mannen te spreken, want dat staat haaks op mijn ideeën over diversiteit. Ik denk dat het voor een man veel moeilijker is om naast een succesvolle vrouw te staan dan andersom. Ik wil ook alleen gekozen worden vanwege mijn kwaliteiten en niet omdat ik vrouw ben. Voor mij was mijn vrouw zijn juist een kans. Ik kon immers alles wat mannen konden, maar voegde iets extra’s toe omdat ik anders keek. Mannen hebben meer competitie met elkaar, een vrouw kan volledig uiting geven aan zichzelf. En het klinkt ongenuanceerd, maar ik vermoed toch dat menig man het moeilijk vindt om een vrouw als partner te hebben die misschien wel succesvoller is dan hij. Als vrouw heb je geen last van haantjesgedrag. Dat bedoel ik niet onaardig. Meestal hebben vrouwen gewoon meer interesse in andere mensen en dat zorgt voor meer ontspanning. Ik ben ook nooit gevraagd als excuustruus. Daarom heb ik ook nooit een glazen plafond ervaren. Ik vind het echt jammer als mensen zichzelf als slachtoffer ervaren. Veel Nederlanders zijn niet bereid om een offer te brengen, maar je krijgt niets voor niets. Jezelf kwetsbaar opstellen werkt averechts, zeker als vrouw. Wees dus niet bang, lig niet lang wakker van je fouten en ga altijd door. Als ik een man was geweest, vermoed ik dat ik waarschijnlijk ook zo ver was gekomen,” roept ze schaterlachend. “Soms mislukken dingen. Zeker privé heb ik de nodige fouten gemaakt. Het heeft me enige tijd gekost om de ware liefde te vinden. Maar ja: het is de kunst om dat op een gegeven moment te accepteren, je verlies te nemen en weer met iets nieuws te beginnen. Als niemand denkt dat het me lukt, ga ik er extra hard voor. Ik haat het om te verliezen. Competitief zijn is niet zo’n vrouwelijke eigenschap, maar dat maakt wel wie ik ben.”

Omdenken

Tóth zette zich al in haar periode bij Content in voor allerlei doelen: ”Succes wordt pas succes als je het deelt. Ik was zeven jaar lang voorzitter van het Ronald McDonald Kinderfonds en bestuurslid van diverse cultuurorganisaties. Zo heb ik in 1996 de Sylvia Tóth Charity Stichting opgericht. Daarna heb ik nog veel andere bestuursfuncties gehad, bij de KNVB, bij het Budapest Festival Orchestra en nu bij New York Philharmonic. Altijd weer ging het om het begrip voor de ander, door mensen samen te brengen en anders naar problemen te laten kijken. Feitelijk kon ik steeds terugvallen op mijn ervaringen uit de dienstverlening: de klant gaat voor alles. Holistisch, met een scherp oog voor detachering, bijscholing, individueel talent en de waarde van samenwerking. Alleen als je de bedoeling goed voor ogen houdt, slaag je erin tot de kern van de zaak te komen. Zo wilde ik met mijn ervaring iets voor kinderen betekenen. Daarom hebben we in mei 2000 binnen het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) in Utrecht het Sylvia Tóth Centrum opgericht waar kinderen met een complexe neurologische aandoening terecht kunnen voor een diagnose. Het werd geopend door Els Borst. Mijn uitdaging was altijd mensen beter te laten samenwerken, of het nou in het uitzendwerk was of in de zorg. In de zorg zag ik wat artsen kunnen als zij de patiënt centraal stellen in plaats van hun medische expertise. Dat was zeker in die tijd nog niet vanzelfsprekend. In de medische sector stond de patiënt nog te vaak achteraan. Als mensen hun heilige huisjes durven af te breken, komt er pas vernieuwing. Bij het diagnosecentrum moesten de specialisten met elkaar in overleg en mochten ze niet hun assistenten sturen. Juist omdat de artsen onderling zochten naar nieuwe perspectieven voor het kind, ontstond de uitwisseling. De resultaten waren ook aantoonbaar beter. En het mooiste was misschien wel, dat de specialisten het zelf helemaal omarmden. Gewoon door het om te draaien, kreeg je het beste resultaat. Het gaat altijd weer om de juiste combinatie van talent en doorzettingsvermogen. Voel je dus ook nooit te klein om kwesties aan de orde te blijven stellen. Domme vragen bestaan niet, het beste resultaat krijg je door te kijken vanuit verschillende gezichtspunten. Omdenken dus. Feitelijk hebben we hier gewoon de filosofie van Content toegepast. Het is mooi om mensen te bekwamen voor iets anders dan waar ze voor zijn opgeleid. Dan schiet je pas echt vooruit. Er kan altijd meer dan je denkt, als je de bedoeling voor ogen houdt. Het diagnosecentrum van het WKZ wordt inmiddels gefinancierd door de zorgverzekeraar.”

Voelen

Haar levensverhaal leest als een spannend boek. Sinds 1985 leeft ze afwisselend in New York, Monaco en Den Haag. “Ik voel me niet-Nederlands. In New York voel ik me het meest thuis. Ik ben er altijd blij. De can do-mentaliteit, de originaliteit, van je nadeel een voordeel maken, de stad die nooit slaapt. Geweldig. Maar zelf voel ik me toch vooral Hongaars. De pusta zit in mij. In Budapest heb ik altijd een gevoel van thuiskomen: de muziek, de cultuur, de poëtische kant, de tijd nemen voor elkaar, vanuit het familiegevoel. In Nederland maken mensen alles grijs, in Hongarije krijgt alles kleur. Niet alleen in kleding, maar ook in het leven. Hongaren verstaan de kunst van het voelen. Daar voel ik me dan toch bij thuis.” Haar Italiaanse man draagt haar op handen. “We zijn dolgelukkig. We hebben elkaar ontmoet bij het wereldkampioenschap backgammon in Monaco, en we gaan er nog steeds naartoe. Hij had het zelf al gemaakt voordat hij mij ontmoette, dus ziet mij ook niet als competitie. Het is nu wel een rare tijd, met corona. Ik heb ervan geleerd dat het goed is om af en toe stil te staan bij mezelf, met heel weinig. Dat is me eigenlijk heel goed bevallen. Ik heb een kleurrijk leven en kijk nog steeds met vertrouwen naar de toekomst. We hebben nog veel plannen voor de komende jaren. Ik ben er nog lang niet. We zijn net aan de slag met de Arts & Culture Foundation, om kinderen via kunst en cultuur anders naar de wereld te laten kijken en talent de ruimte de bieden. Want dat geeft me ongelooflijk veel energie. Daar gaan jullie nog van horen. Ik ben nog lang niet klaar.”