Interview Sandra Jetten – Directeur Oranje Fonds

Het Oranje Fonds wil dat niemand er alleen voor staat en iedereen mee kan doen in onze samenleving. Directeur Sandra Jetten: ‘Dat is een enorme uitdaging, de wereld wordt steeds complexer.’ Maar als iemand deze opdracht aankan, is zij het wel: na haar studie natuurkunde werkte ze voor McKinsey en vervolgens jarenlang, in binnen- en buitenland, in de goede doelensector. Structuur aanbrengen en keuzes maken, daar is ze goed in.


Sandra Jetten - Directeur Oranjefonds

Sandra Jetten – Directeur Oranjefonds (foto Stefan van der Kamp)

‘Voor ik vanmorgen naar m’n werk ging, stond ik met mijn pup van acht en een halve week buiten in de regen. In augustus overleed mijn vorige hond, ik had nooit verwacht dat ik nu alweer een pup zou kunnen hebben. Met het Oranje Fonds steunen we Stichting OOPOEH, een sociaal initiatief dat senioren helpt aan meer beweging en gezelligheid door hen te koppelen aan een oppashond in de buurt. Dat betekent voor de senioren in ieder geval twee sociale contacten per dag: tijdens het brengen en halen van de hond door het baasje. En ze hebben aanspraak tijdens het uitlaten. Dat bracht me op een idee. Voor ik heb besloten een pup te nemen, heb ik aan mijn buurman van 75 gevraagd of hij een aantal dagen voor ‘m zou willen zorgen. Dat wilde hij heel graag, hij en zijn vrouw draaien nu drie dagen per week mee. Dankzij hen kon ik weer een puppy nemen en hebben zij de gezelligheid van een hond.’

Het Oranje Fonds in het kort

‘Het Oranje Fonds is een cadeau van alle Nederlanders aan Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima voor hun trouwen in 2002. In dat jaar fuseerden we met het Juliana Welzijn Fonds dat al sinds 1948 actief is binnen de sociale sector. In 2022 kregen we ruim tweeduizend reguliere aanvragen binnen waarvan we iets meer dan de helft hebben gehonoreerd. Daarnaast steunden we ruim 15.000 initiatieven tijdens NLdoet en Burendag. We hebben daarbij ruim negentien en een half miljoen euro uitgekeerd voor de directe financiering van sociale initiatieven en ongeveer zeven en een half miljoen besteed aan verschillende mobilisatieprogramma’s, kennis- en capaciteitsdeling, een podium bieden – zoals het uitreiken van Appeltjes van Oranje – en het mobiliseren van ons netwerk. We betalen de kosten van de organisatie met inkomsten uit ons eigen vermogen. Erg fijn dat we daarover kunnen beschikken omdat we zo externe inkomsten direct aan onze doelstellingen kunnen besteden.’

Niet voor de bühne

‘Als beschermpaar zijn de Koning en Koningin erg betrokken bij het Oranje Fonds. Zo steken ze zelf wanneer de agenda het toelaat de handen uit de mouwen tijdens NLdoet, een initiatief waarmee we iedereen op een laagdrempelige manier laten ervaren hoe leuk het is om je voor een ander in te zetten. Ze gaan daarbij naar een locatie die vooraf niet bekend is gemaakt, de mensen die zich daar hebben ingeschreven weten van niks. Daarnaast reiken zij ieder jaar op Paleis Noordeinde de Appeltjes van Oranje uit om drie sociale initiatieven welverdiende erkenning te geven en anderen te inspireren. Ook bezoeken ze gedurende het jaar initiatieven door heel Nederland.’

 

Organisatie in lockdown

‘De eerste beslissing die ik moest nemen toen ik in maart 2020 als directeur van het Oranje Fonds aan de slag ging, was het sluiten van de organisatie vanwege de coronapandemie. Heel heftig. Gelukkig was de ICT-infrastructuur op orde en konden we binnen een dag na de lockdown via Teams toch in contact blijven met elkaar. Die eerste lockdown was overdonderend voor iedereen, zowel privé als qua werk. Wat gebeurt er allemaal? En hoe gaan we onze missie nu uitvoeren: zorgen dat mensen er niet alleen voor staan? We steunen vooral sociale initiatieven die werken met vrijwilligers die door de lockdown niet op pad konden. En juist kwetsbare mensen die het van hun sociale contacten in het buurthuis moeten hebben, zitten thuis.’

‘Het was in de weken daarvoor duidelijk dat het wel eens behoorlijk fout kon gaan. Hoewel ik op dat moment nog niet in functie was, ben ik op Dick Benschop – de voorzitter van ons bestuur – afgestapt en heb ik aangegeven dat het heel ingewikkeld zou gaan worden voor de sociale initiatieven om hun werk te kunnen blijven doen. En dat we misschien een paar miljoen uit het eigen vermogen moesten vrijmaken voor een noodfonds om de initiatieven te steunen bij het anders inrichten van hun werk. Bijvoorbeeld met een bedrag voor een bakfiets om maaltijden mee rond te brengen bij de mensen die normaal gesproken naar het buurthuis komen voor eten en een praatje. Een klein bedrag per organisatie, maar voldoende om de boel nog enigszins draaiend te houden. Het bestuur ging direct akkoord, een heel belangrijk besluit. Uiteindelijk hebben we de drie miljoen uit het noodfonds met een versnelde procedure binnen drie weken kunnen toekennen. En dat terwijl we met z’n allen thuiszaten. Het was een duidelijk antwoord op de vraag waar wij als organisatie voor staan.’

Logisch denken en mensen helpen

‘Na mijn middelbare school wilde ik iets studeren wat logisch denken en mensen helpen combineerde. Dat werd geneeskunde. Maar die studie bleek vooral te bestaan uit het uit je hoofd leren van boeken, logisch nadenken was het niet. Ik ben toen natuurkunde gaan studeren en vervolgens bij McKinsey aan de slag gegaan. Na twee jaar Amsterdam en een MBA bij INSEAD ben ik voor McKinsey naar London vertrokken. Maar in London begon er toch iets te wringen, ik was vooral mensen die al heel rijk waren rijker aan het maken. Ik voelde geen verbinding met de maatschappij, miste het dienende. Het was een hele vroege midlife crisis.’

Bedrijven en stichtingen opzetten

‘Ik had het geluk dat ik vanuit mijn baan bij McKinsey, mijn eerste stappen in de goede doelensector kon zetten. Een aantal kleine sociale organisaties had 100.000 pond van het Millennium Award Trust gewonnen om UnLtd op te zetten, een organisatie enigszins vergelijkbaar met het Oranje Fonds. Bij het opstellen van dat businessplan had McKinsey ze pro bono bijgestaan. Ik mocht het businessplan vervolgens uitvoeren en de UnLtd opzetten. Ik had gedacht er zes maanden te blijven, dat werd vier en een half jaar. Na mijn vertrek bij UnLtd, ben ik in Zuid-Afrika bij Technoserve begonnen, een organisatie die kleine boeren helpt bij het opzetten van coöperaties. Als hoofd van het Afrika-team – Technoserve zit in acht Afrikaanse landen – kon ik mijn businesskennis kwijt én Afrika leren kennen. Ik heb daar bijna drie jaar met veel plezier gewerkt, maar ben kort nadat ik mijn toen drie maanden oude zoon Lucas adopteerde naar Nederland teruggekeerd om CEO van Porticus te worden, een familiestichting die op dat moment in ruim 80 landen actief was. Na Porticus heb ik een tijdje als zzp’er gewerkt bij verschillende organisaties. In die tijd realiseerde ik mij dat ik graag nog één grote opdracht wilde oppakken, op het vlak van sociale cohesie in Nederland. Liefst bij een organisatie met voldoende slagkracht om het verschil te kunnen maken. Net op dat moment zocht het Oranje Fonds een interim-directeur. Ik werk er nu al bijna 4 jaar met plezier, als directeur-bestuurder.’

Gat in de samenleving vullen

‘Als organisatie maken wij heel veel keuzes, in feite is het Oranje Fonds een soort besluitvormingsmachine. Neem je een aanvraag in behandeling ja of nee? En hoe kunnen wij het beste bijdragen met de capaciteiten die wij als organisatie hebben? Om deze vragen te beantwoorden zijn wij na de acute coronafase de kennis die we de afgelopen twintig jaar hebben opgebouwd opnieuw gaan bekijken. Wat zijn onze kwaliteiten en waar ligt onze hoogste toegevoegde waarde in het licht van onze missie: een samenleving waarin niemand er alleen voor staat en iedereen kan meedoen? Uiteindelijk hebben we drie impactdoelen vastgesteld die het kader vormen voor waar we ons de komende tijd op gaan richten. De rode lijn bij het realiseren van deze doelen is dat de sociale initiatieven die we steunen krachtig en toekomstbestendig hun werk kunnen doen. Daarmee bedoel ik dat ze hun doelgroepen goed bereiken en bijdragen aan een samenleving waarin mensen naar elkaar omkijken, voor elkaar zorgen en iedereen gelijke kansen krijgt. De meeste mensen kennen het Oranje Fonds vooral van NLdoet en Burendag waar we grote mediacampagnes voor voeren. Deze zijn bedoeld voor het inspireren en enthousiasmeren van vrijwilligers, ook een belangrijk doel van ons. Maar het grootste deel van onze inzet – zowel qua geld, kennis, netwerk en erkenning – gaat naar grotere projecten, naar het versterken van de sociale initiatieven, het nieuwe maatschappelijk middenveld. Vroeger vervulden de kerken en de grote gezinnen die rol. Maar door ontkerkelijking, individualisering en kleinere gezinnen is dat verwaterd. De sociale initiatieven die wij steunen, vullen dat gat in de samenleving.’

Problematiek huidige tijd

‘De huidige tijd heeft grote uitdagingen, denk aan inflatie, oorlogen, klimaatverandering en polarisatie. Wij steunen initiatieven die ervoor zorgen dat niemand er alleen voor staat en iedereen mee kan doen in deze ingewikkelde tijden. Want als er allerlei dingen gebeuren waar je weinig invloed op hebt, dan is het belangrijk om elkaar vast te houden. Van bovenaf kun je dat niet oplossen, daarvoor heeft de samenleving veerkracht en betrokkenheid nodig. Een betrokken samenleving begint in de buurt waar je elkaar kent en groet. Waar iemand een arm om je heen slaat als je even steun nodig hebt omdat je eenzaam bent of psychisch kwetsbaar. Niet iedereen heeft dat sociale kapitaal of netwerk. En als je in een fijne buurt woont en de mensen naar je omkijken kan er nog steeds sprake zijn van kansenongelijkheid. Zowel sociaal, bijvoorbeeld omdat je de taal niet spreekt, als economisch omdat je in armoede leeft. Sociale initiatieven kijken met vele vrijwilligers om naar mensen zodat zij mee kunnen in de samenleving, vandaar dat in 2023 ons centrale thema ‘Bruggen bouwen in de buurt’ was.’

Kennis en ervaring van het Oranje Fonds van onschatbare waarde

‘Als Oranje Fonds ondersteunen wij zo’n vijftienduizend kleine initiatieven via NLdoet en Burendag. Het gaat daarbij voornamelijk om steun in de vorm van geld. Ook steunen we zo’n duizend grotere initiatieven met geld en kennis. Tweehonderdtwintig daarvan doen mee aan onze programma’s. Voor hen is de kenniscomponent van enorme meerwaarde. Die programma’s zijn ontwikkeltrajecten voor maatschappelijke organisaties die verder willen met hun lokale initiatief. Je ziet dat deze organisaties na de startfase worstelen met vragen over de strategie, het bereiken van de doelgroep en het meten van hun impact. Wij helpen ze bij het beantwoorden van deze vragen door ze gedurende drie jaar te ondersteunen met kennis, geld en contacten om zo hun organisatie goed neer te zetten, toekomstbestendig te maken en waar mogelijk op te schalen. Tijdens het programma organiseren wij regelmatig kennisdagen, een soort mini-MBA’s waarbij de deelnemers bijvoorbeeld leren hoe je je impact meet, hoe je je businessplan op orde krijgt, hoe je vrijwilligers enthousiasmeert en hoe je je organisatie inricht. Veel van die cursussen worden door vaste medewerkers van partners van ons verzorgd. Bij de evaluatie van de kennisdagen krijgen we eigenlijk altijd van de deelnemers terug dat ze het geld misschien wel ergens anders hadden kunnen regelen, maar dat de kennis en ervaring die ze tijdens dit programma opdoen uniek zijn.’

Wij zorgen dat het geld goed terechtkomt

‘Voor de financiering van onze projecten zijn we afhankelijk van de Nationale Postcode Loterij, de Nationale Loterij, subsidies van overheden en van onze partners en donateurs. We hebben donateurs die het Oranje Fonds in hun testament hebben opgenomen, maar ook die al willen bijdragen tijdens hun leven. Donateurs worden steeds kritischer: gaat het geld wel naar de juiste plek? Ze kunnen dat zelf sturen door hun geld bijvoorbeeld te oormerken, we hebben 47 Oranje Fondsen Op Naam voor een specifieke doelgroep, regio of thema als armoede of gelijke kansen. Wij weten wat er speelt op die thema’s en zorgen ervoor dat hun geld goed terechtkomt. En als ze willen betrekken we ze bij de initiatieven die wij steunen. Bijvoorbeeld door ze uit te nodigen voor een programmabijeenkomst of voor de uitreiking van de Appeltjes van Oranje op het paleis. Dan zien ze echt wat er gebeurt. Maar liever krijgen we donaties zonder oormerk. Als je te specifiek bepaalt wat er met je donatie of fonds moet gebeuren, dan mis je de rijkdom van ons netwerk en onze kennis. Wij denken binnen een bepaald thema graag mee over de beste besteding van het geld. En daarbij gaan we innovatief te werk. Dat levert op de korte termijn minder direct resultaat, maar is minstens zo belangrijk. Het is de olie die organisaties smeert en versterkt waardoor zij uiteindelijk drie tot vier keer meer mensen kunnen bereiken. Als je vooraf alles dichttimmert, dan maak je de innovatie moeilijker. Je moet ook als ondernemer kunnen denken.’

Overnemen stichtingen die continuïteit niet kunnen waarborgen

‘Voor stichtingen die hun continuïteit niet meer kunnen waarborgen, kunnen wij ook een mooie rol vervullen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om stichtingen waarvan de oprichters overleden zijn en door een familielid of werknemer worden voortgezet. Ze voelen zich vaak enorm verantwoordelijk maar hebben minder binding met het oorspronkelijke idee of thema waarvoor de stichting is opgericht. Of het groeit ze boven het hoofd door alle wet- en regelgeving die zo’n stichting met zich meebrengt. Als de missie van zo’n stichting aansluit bij de thema’s van het Oranje Fonds kunnen we de stichting opheffen en het batig saldo op dat thema inzetten. Voor bestuursleden is dat vaak een hele prettige manier om het los te laten. Terwijl ze nog wel via jaarlijkse rapportages en projectbezoeken betrokken kunnen blijven.’

Vrijwilligerswerk doet wat met je

‘Om voeling te houden met wat Nederland nodig heeft en om te ervaren wat sociale initiatieven doen, ben ik sinds augustus vrijwilliger in een buurthuis in Amsterdam Zuid-Oost bij het inloopspreekuur Grip op je geld. We helpen mensen daar bijvoorbeeld met het aanvragen van huurtoeslag en met vragen over een medische rekening die ze niet begrijpen. Ik merk dat de verregaande digitalisering om extra aandacht vraagt, vooral mensen die al moeite hebben met taal zijn al snel digibeet. Probeer maar eens een DigiD aan te vragen als je moeite hebt met lezen. Vrijwilligerswerk doet wat met je, iets voor een ander doen maakt gelukkig. Het leven draait om persoonlijke verbinding en dat raken we een beetje kwijt. Gewoon een praatje maken is er vaak niet meer bij, we zitten liever op social media. Toch staan wij er in Nederland een stuk beter voor dan bijvoorbeeld Amerika en Engeland, waar grote armoede en sociale problematiek min of meer geaccepteerd worden. In Nederland zijn nog steeds ontzettend veel initiatieven en vrijwilligers die wat voor anderen willen doen. We moeten er alleen wel voor zorgen dat dat systeem stevig staat en toekomstbestendig is. Daar zetten wij ons met het Oranje Fonds voor in.’