Interview Marco van der Vegte – Doordeweeks accountant bij Deloitte, Herenboer in zijn vrijetijd

Bij bedrijven gaat het steeds vaker over sustainability. “Onze taak als accountant is vast te stellen of wat er in het jaarverslag over duurzaamheid wordt gezegd ook klopt. Ik denk dat we allemaal maar al te vaak mooie verhalen lezen met het doel de boel groen te wassen.” Marco van der Vegte (55) is ook naast zijn werk als accountant met duurzaamheid bezig. Samen met tweehonderd gezinnen is hij sinds een jaar mede-eigenaar van Herenboerderij Willemshoeve, een coöperatief gemengd boerenbedrijf dat duurzaam voedsel produceert voor de leden. “Meewerken op de boerderij is heerlijk ontspannend en helpt om uit mijn bubbel te ontsnappen.”


Marco van der Vegte

“Een tijdje geleden hield ik een presentatie voor een groep directeuren van middelgrote bedrijven over het belang van transparante en gebalanceerde rapportage over ESG (Environmental, Social, Governance red.). Ik gaf aan dat het denken en verantwoorden hierover snel aan het veranderen is en dat je daarbij goed moet begrijpen wat je exact rapporteert en welke uitingen je doet. Zo is het de vraag waar je verantwoordelijkheid als bedrijf stopt als je bijvoorbeeld ‘groene energie’ of CO2-certificaten koopt en verantwoordt. Moet je dan niet ook vaststellen dat de claims daadwerkelijk kloppen of mag je volledig steunen op de partij die de energie levert of de certificaten uitgeeft? En wat als je bij de inkoop van producten gebruikmaakt van certificaten van allerlei certificerende partijen – dat zijn er inmiddels best wat – en jij er door ze te gebruiken in feite reclame voor maakt. Welk reputatierisico loop je dan? Zou je niet precies moeten weten welke wereld er achter die certificaten schuilgaat en daar ook toezicht op houden? En wat is de procedure binnen een bedrijf: zorgt de marketingafdeling voor alle uitingen of kijken anderen ook kritisch mee?”

Ik hamer op transparantie
“In de inleidende teksten op websites of jaarverslagen staan vaak lovende verhalen over de milieuprestaties van het bedrijf. Daar mogen wij als accountant best wat van vinden. Die statements moeten kloppen en verifieerbaar zijn omdat ze economische impact hebben. Bedrijven die serieus met dit onderwerp omgaan verbeteren de datakwaliteit en zorgen voor beheersingsmaatregelen. En zij betrekken naast marketeers ook medewerkers van sustainability, finance en juridische zaken bij hun verhaal en zijn daarmee vaak reëler in wat ze beloven. Bedrijven hebben immers niet alles zelf in de hand, en zijn vaak op onderdelen van de bedrijfsvoering afhankelijk van andere partijen in de keten waar ze geen of minder invloed op hebben. Je vastleggen met een commitment heeft dan geen zin, je kunt veel beter aangeven dat het een doel is dat je nastreeft en welke dilemma’s je daarin waarneemt. Dat getuigt van realiteitszin. Ik hamer altijd op transparantie: hoe ben je tot de verstrekte informatie gekomen en waar zitten de onzekerheden? Bedrijven die daar eerlijk over zijn, zijn minder kwetsbaar.”

Fraudedriehoek van macht, mogelijkheid en rationalisatie

“Van 2018 tot 2021 ben ik voorzitter geweest van het algemeen bestuur van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants, de NBA. Het imago van bankiers en accountants stond in de media behoorlijk onder druk. Soms terecht en soms onterecht. Maar wat vooral blijft hangen is dat de accountant z’n werk niet goed heeft gedaan. Terwijl het overgrote deel van de audits goed gaat. We doen er als accountants duizenden per jaar, waarbij we ook in een enkel geval denken ‘Phoe, dat hadden we eerder moeten zien of eerder willen begrijpen.’ Maar soms is dat helemaal niet mogelijk. Ik was als jonge accountant betrokken bij de discussie over het wel of niet consolideren van een deelneming in de jaarrekening terwijl later bleek dat er voor ons verborgen sideletters waren. Als voorzitter van de NBA heb ik mij nadrukkelijk beziggehouden met het imago van onze beroepsgroep. Wat iedere accountant moet realiseren, is dat wij onze rol uitvoeren in het publieke belang. Die verklaring bij de jaarrekening, daar steunen heel veel mensen op, het vormt de basis van het vertrouwen dat noodzakelijk is om het nationale en internationale handelsverkeer soepel te laten verlopen. De zaak met die verborgen sideletters heeft de naïviteit overigens wel bij me weggehaald en mij bewuster gemaakt van de werking van de fraudedriehoek van macht, mogelijkheid en rationalisatie. Als je de macht en de mogelijkheid hebt om iets te doen, vaak het bestuur dat allerlei zaken kan overrulen, en als je druk voelt om dat te doen, bijvoorbeeld vanwege financieel gewin en prestige, en je kun het ook nog eens naar jezelf verantwoorden omdat het aandeelhoudersbelang of een ander belang erbij is gebaat of omdat je het gevoel hebt dat je er vanwege je eigen fantastische werk recht op hebt, dan kunnen mensen rare dingen doen.”

Tweehonderd Herenboeren op twintig hectare

“Al met al was het een behoorlijk drukke periode met het voorzitterschap van de NBA naast mijn normale werk. Het is dan ook heel prettig dat ik sinds een jaar op de Herenboerderij Willemshoeve af en toe mijn hoofd kan leegmaken. De Willemshoeve is een coöperatie van tweehonderd huishoudens die samen een boerenbedrijf van twintig hectare tegenover paleis Soestdijk exploiteren. Een deel van de grond was oorspronkelijk van de prinsessen van Oranje. We hebben een boer en boerin in loondienst en produceren alleen voor onze eigen leden. Kwaliteit en een circulaire aanpak is daarbij belangrijker dan een zo hoog mogelijke productie. Alle huishoudens hebben in het begin eenmalig 2000 euro ingelegd. De exploitatiekosten worden gedekt door de maandelijkse contributie van tien euro per mond. Ik schat dat dat bij ons in totaal zo’n 500 monden zijn. In ruil hiervoor zijn we via onze coöperatie mede-eigenaar van de boerderij en hebben recht op een aandeel in de productie van de boerderij. Naar verwachting voorziet de Herenboerderij in ongeveer zestig procent aan de behoefte van de leden aan groenten, fruit, aardappels, uien, en op termijn eieren, kippen-, varkens- en rundvlees.”

Bedwantsen

“De Willemshoeve is aangesloten bij de Stichting Herenboeren die inmiddels uit vijftien coöperaties bestaat. In 2016 werd de eerste Herenboerderij opgericht op een oud landgoed in Boxtel. De overkoepelende stichting voorziet nieuwe initiatieven van operationele kennis; er ligt een draaiboek klaar waar een nieuwe coöperatie zo mee aan de slag kan. Het idee is vrij simpel: je hebt een boer die vijf dagen per week op de boerderij werkt en wordt geholpen door een groep vrijwilligers. Onze boer heeft in Wageningen gestudeerd en heeft alle knowhow in huis om een gemengd bedrijf te runnen. De vrijwilligers kunnen zich aanmelden voor allerlei werkzaamheden op de boerderij, van het poten van de plantjes tot het schoffelen van de akker en van het oogsten van de gewassen tot het verzorgen van de wekelijkse uitgifte van de groente- en vleespakketten voor de deelnemers. Zelf zit ik in het klusteam waarmee we onder andere de oude schuren en stallen opknappen en verbouwen. Een aantal leden steekt er veel tijd in waardoor we al grote stappen hebben kunnen zetten. Het was best een uitdaging toen we een jaar geleden begonnen, maar het begint er al wat op te lijken. We hebben ook de afrastering gemaakt voor de koeienweide, een paardenstal omgebouwd tot koeienstal en met zes man een hooischuur uitgeruimd die vol halfvergane hooibalen lag. Ik heb in mijn leven nog nooit zoveel stof en nesten van muizen en ratten gezien. Naast het werk voor het klusteam heb ik ook een dag geholpen met hooien. Ik was gebroken, m’n rug kapot en armen en benen rood en vol krassen, het leek wel alsof we thuis bedwantsen hadden. Duidelijk een beginnersfout: volgende keer doe ik een lange broek en lange mouwen aan.”

Vinden van landbouwgrond grootste uitdaging

“Het lastigste voor de Herenboeren is het vinden van land. Landbouwgrond is weliswaar niet duur, maar vind maar eens een boer die wil verkopen. De initiatiefnemers van onze boerderij zijn er zo’n zeven jaar mee bezig geweest. Wat niet meehelpt is dat de gemeente zelf bouwgrond nodig heeft en boeren natuurlijk op zoek zijn naar de beste deal. Dat betekent dat je concurreert met de uitkoopregeling van de overheid. Daarnaast kunnen ze ook hun stikstofrechten verkopen. Dat is zonde, want de Herenboeren kunnen wel degelijk een bijdrage leveren aan het oplossen van het stikstofprobleem. Hoewel we nu nog een kleine speler zijn, alle Herenboeren samen voeden zo’n negenduizend monden, kan dat in de toekomst veranderen. We streven naar een circulaire productie, local for local, die je veel breder zou kunnen uitrollen. De overkoepelende Herenboerenorganisatie zit al in verschillende overlegorganen, naarmate we groeien zal hun stem beter gehoord worden.”

Verademing om uit mijn bubbel te stappen

“Bij de Herenboeren gaat het naast de productie van het boerenbedrijf, ook om het realiseren van verbondenheid tussen de leden. Als we aan het klussen zijn, gaat het niet over politiek of wat je in het dagelijkse leven doet, maar over de boerderij. Ik kom op m’n fiets in een oude broek en vertrek met vieze knieën weer naar huis, heerlijk als afwisseling naast mijn drukke baan. Ik ben ook echt trots op wat we met z’n allen hebben bereikt en het is een verademing om uit je vaste bubbel te stappen. De leden van de coöperatie zijn een stuk diverser dan de ouders waarmee ik op de hockeyclub langs de lijn sta. Die diversiteit is ook nodig om er een succes van te maken, want met alleen accountants, advocaten en ander kantoorvolk draai je de boerderij niet. Zo lopen er bijvoorbeeld twee hele goede elektriciens bij ons rond die de aanleg van alle nieuwe elektrische voorzieningen voor hun rekening hebben genomen. Meewerken is overigens niet verplicht, maar vrijwel iedereen doet het. Vooral pensionado’s steken er veel tijd in, het zorgt voor een mooie, bevredigende invulling van de dag waarbij je de sociale contacten er automatisch bij krijgt. De coördinatie van alle klussen wordt ondersteund door een app waarmee je eenvoudig kunt inschrijven op de openstaande klussen.”

Ik kon geen courgette meer zien

“Het is de bedoeling dat de deelnemers het hele jaar rond voldoende producten van de boerderij krijgen. In het groeiseizoen is dat makkelijk, dan moet je eerder oppassen dat je niet te veel produceert. Zo hadden we dit jaar heel veel courgettes. Die heb ik uiteindelijk in de buurt uitgedeeld, ik kon geen courgette meer zien. Bij minder bederfelijke producten, zoals aardappels en uien die je veel langer kan bewaren, heb je dat probleem niet. En naast invriezen, is fermenteren ook een mooie methode om groenten langer te kunnen bewaren. Daarover was laatst een workshop. Erg handig, zo kunnen we nu van de overtollige kool, zuurkool maken. Maar het is in de winter natuurlijk toch moeilijker om al die monden te vullen, dus we blijven experimenteren om tot een evenwichtig aanbod te komen. Ook bij de veestapel moeten we nog uitvinden welke aantallen en samenstelling ideaal zijn. Onze koeien zijn in de eerste plaats bedoeld voor het bemesten van het land. Om een mestprobleem te voorkomen kun je maar een beperkt aantal koeien houden, het teveel wordt geslacht. Ondanks het feit dat steeds meer mensen vegetarisch eten, leveren die paar koeien nooit genoeg vlees voor die 500 monden. En melk produceren wij sowieso niet: als de kalfjes niet meer drinken blijven we de koe niet melken om de melkproductie kunstmatig op gang te houden. Door het werk op de boerderij ben ik zelf bewuster geworden van de idiote import van groenten en vruchten van de andere kant van de wereld. Het is toch bizar dat je in een supermarkten peren kunt kopen die in Argentinië gekweekt worden en in Thailand verpakt? Willen we dat veranderen dan moeten retailers dergelijke producten niet meer in de schappen zetten, maar zolang wij ze blijven kopen, zal dat moeilijk zijn.”

Boerenkool bomvol zand

“Het oorspronkelijke grondgebruik op de Willemshoeve was een monocultuur van mais en gerst. Om tot een circulaire landbouw te komen pakken we het nu kleinschaliger aan en planten veel verschillende gewassen. Ook laten we stukken grond braak liggen om te herstellen en staan er zonnebloemen rond de akkers om insecten te trekken die andere schadelijke insecten kunnen bestrijden. Hoewel we niet aan alle formele regeltjes voor het keurmerk ‘Biologisch’ voldoen, gaat onze aanpak waarschijnlijk veel verder. We gebruiken geen pesticiden en kunstmest en produceren lokaal waardoor er geen transport nodig is. Je staat er met je neus bovenop en ziet precies hoe alles wordt geproduceerd, je staat dichter bij het product. Dat heeft ook een keerzijde: die boerenkool die je fris gewassen bij de super koopt, blijkt vers van het land bomvol zand te zitten. Het kost veel tijd om dat er allemaal uit te spoelen, maar dat heb ik er graag voor over. Je verandert de wereld er niet mee, maar het is een begin.”