Interview Adriana Esmeijer – Inspirator van hedendaags mecenaat

In een statig pand aan de Herengracht huist het Prins Bernhard Cultuurfonds. Sinds 2006 staat Adriana Esmeijer (1966) aan het roer van het grootste particuliere cultuurfonds van Nederland. Zij en haar medewerkers slagen er ieder jaar weer in nieuwe mecenassen aan het fonds te binden en zo het aan cultuur, natuur en wetenschap uit te keren bedrag te verhogen. Wat is het geheim achter dit succes? En wat maakt het Prins Bernhard Cultuurfonds zo bijzonder? Een gesprek met Adriana Esmeijer.


Adriana Esmeijer, Inspirator van hedendaags mecenaat

“De gevers koppelen aan de ontvangers, dat is de belangrijkste reden van ons succes. Wij zijn echt partner in mecenaat. Ik denk dat ik dat heb meegekregen tijdens mijn werk als marketing- en communicatiemanager bij de Erasmus Universiteit: ik zie schenkers als klanten waar je een relatie mee aangaat. Je moet echt nadenken over wat de schenker wil. Waar het vroeger was ‘Dames en heren, dank voor uw gift, u hoort nog van ons’, worden gevers nu echt betrokken. Uiteindelijk verkopen wij een goed gevoel: goed doen voor de maatschappij, voor het behoud van het kwetsbare. Wij helpen burgers die zelf verantwoordelijkheid willen nemen voor de generaties die komen.”

Modern mecenaat

“Waar de telgen van de oude families vroeger meekregen dat je goed moest doen door te geven, is daar nu een vorm van pragmatisme bij gekomen: de nieuwe generatie mecenassen wil dat hun gift ook werkt en dat willen ze graag met eigen ogen zien. Ze komen daarom graag naar uitreikingen en andere evenementen en houden zich actief bezig met hun mecenaat. Ze willen er graag bij zijn, hun protegé volgen en geven bij leven, met de warme hand. Wij stimuleren en faciliteren die contacten tussen de mecenas en de ontvanger.”

Het zaadje van de filantropie planten

“Je hebt schenkers in alle soorten en maten, dat maakt het zo leuk. Je komt eigenlijk geen ijdelheid tegen. Sommigen hebben het van huis uit meegekregen; ‘goed doen’ wordt daar als vanzelfsprekend doorgegeven. We komen ook family offices tegen die de kinderen van hun cliënt op sleeptouw nemen om ze te scholen in de filantropie. Maar veel vaker weet de jonge garde precies wat ze wil. Om zo goed mogelijk in te spelen op hun wensen, starten we bijvoorbeeld geefkringen op. Zo hebben wij de geefkring Jong Mecenaat in het leven geroepen, waar vooral twintigers en dertigers aan schenken. Met een relatief kleine bijdrage per jaar kunnen ze samen mooie dingen voor cultuur en natuur teweegbrengen. Zo planten we het zaadje van de filantropie al op jonge leeftijd.”

Niet alleen kunst met een grote K

“Wat je ziet is dat mensen zo rond hun 50e gaan nadenken over hun testament en wat ze verder willen doen met hun leven. Gelukkig zijn er dan veel die besluiten dat ze een bijdrage willen leveren aan cultuur, natuur of wetenschap. Een mooi voorbeeld is een huisartsenechtpaar uit Friesland. Met hun ‘Nijman Biermansz 17 dorpen Fonds’, een zogenaamd Cultuurfonds op Naam dat bij ons is ondergebracht, ondersteunen zij culturele activiteiten in de dorpen waar zij als huisarts jarenlang hun rondes reden. Dit om ervoor te zorgen dat cultuur en dorpsleven blijven bestaan. Heel concreet dus en echt niet alleen kunst met een grote K. Dat zie je ook bij de jongere generatie: het is veel lokaler en niet alleen gericht op de grote instituten als het Concertgebouw of Rijksmuseum. Omdat wij naast ons hoofdkantoor in Amsterdam, werken vanuit 12 provinciale afdelingen, zijn wij geworteld in heel Nederland. Met onze regionale voelhorens en specialistische expertise op een breed scala aan onderwerpen, kunnen wij hele specifieke en lokale geefwensen helpen realiseren.”

Een eigen cultuurfonds

“Een Cultuurfonds op Naam is echt een uitkomst voor iedereen die geld wil schenken of nalaten aan een specifiek goed doel zonder daarvoor een rechtspersoon op te hoeven richten en zonder alle verdere rompslomp die daar bij komt kijken. Wij nemen de schenker al het werk uit handen terwijl hij of zij betrokken blijft bij het reilen en zeilen van het fonds. Een Cultuurfonds op Naam stel je in vanaf €50.000 via een schenking ineens of via periodieke schenkingen. Het is een vernieuwing die ooit uit Frankrijk is komen overwaaien en waar al jaren veel vraag naar is. Er zijn inmiddels maar liefst 430 van deze fondsen actief onder hoede van het Cultuurfonds.”

Waarborg voor continuïteit

“Op een gegeven moment klopten hier drie heren aan. Al 25 jaar vormden zij het bestuur van een goede doelenstichting die was opgericht bij het overlijden van een goede vriend van hen. Inmiddels op leeftijd, viel het werk hen steeds zwaarder. Begrijpelijk, om als ANBI erkend te worden en blijven, gelden er steeds meer regels: je moet een website hebben, een geefplan en geen slapend vermogen en ga zo maar door. Zij wilden de culturele tak van de stichting daarom graag bij ons onderbrengen in een Cultuurfonds op Naam. Toen zij erachter kwamen dat natuur en wetenschap ook onder onze doelstelling vallen, waren ze helemaal opgelucht: dat waren precies de twee andere gebieden waar de stichting zich op richtte. Uiteindelijk hebben wij de volledige stichting omgezet in een Cultuurfonds op Naam. Daarmee werd de continuïteit van de geefwens van hun vriend gewaarborgd en viel er een last van hun schouders. Met 12,5 miljoen euro was het bovendien het grootste fonds dat we tijdens mijn periode in beheer hebben gekregen.”

Partner in mecenaat

“Het verhaal hiervoor is ook een mooi voorbeeld van de ‘levensloop’ van veel goede doelen stichtingen. De oorspronkelijke initiatiefnemers van een stichting leggen hun ziel en zaligheid erin, het is hun kindje. Maar dat opa het fijn vond om jonge violisten te steunen, wil niet zeggen dat de generaties die na hem komen ook zo veel tijd willen besteden aan het runnen van de stichting en het bestemmen van het geld. Steeds vaker krijgen wij daarom de vraag of wij dat voor ze willen doen terwijl het vermogen in beheer bij de oorspronkelijke vermogensbeheerder blijft. Maar het komt ook voor dat wij familiefondsen en –stichtingen in zijn geheel overnemen. Die kunnen dan bij ons worden omgezet in een fonds op naam. Voor sommige geefwensen is maatwerk de oplossing. Denk bijvoorbeeld aan het verstrekken van een stipendium of het instellen van een prijs.’

‘Als partner in mecenaat denken wij met onze schenkers mee, geven advies, bemiddelen en verwijzen door als de wens door een andere organisatie vervuld kan worden. Maar veel schenkers willen toch hun eigen fonds bij ons, omdat hun geefwens vaak meervoudig is. Zoals ‘natuur’ gecombineerd met ‘de renovatie van oude orgels in Noord-Holland’, dat past niet onder een bestaande organisatie. Daarnaast komen ze graag bij ons omdat we privaat zijn. Wij hebben een track record van 78 jaar en dat schept vertrouwen bij de schenkers.”

Van Spitfires naar cultuur

“Het Prins Bernhard Cultuurfonds is ontstaan uit het ‘Spitfire Fund’ dat in 1940 in Londen werd opgericht. Het fonds, met Prins Bernhard als regent, zamelde geld in voor oorlogsmaterieel. Het geld dat na de oorlog overbleef, werd ingezet ter versterking van de morele weerbaarheid van het Nederlandse volk door culturele initiatieven te ondersteunen. Later kwamen daar natuur en wetenschap bij en is het bevorderen van het mecenaat toegevoegd aan de doelstelling. Prins Bernhard heeft ons opgericht, is jarenlang voorzitter geweest en is tot z’n laatste snik actief gebleven voor het fonds. Bijvoorbeeld door elk jaar rond zijn verjaardag de Zilveren Anjers uit te reiken in het Koninklijk Paleis op de Dam. Na zijn overlijden heeft Prinses Beatrix dit van hem overgenomen en Koningin Máxima reikt jaarlijks de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs uit. Deze inzet van ons Koningshuis koesteren wij Het heeft een grote meerwaarde voor ons fonds en zeker niet alleen in publicitair opzicht. Zo was het Prinses Beatrix die ons vroeg een samenvatting te laten maken van de drie Koningsbiografieën over de koningen Willem I, II en III. Dit, omdat zij merkte dat men in het buitenland niet precies wist hoe ons koningshuis in elkaar zat. Het resultaat, het boek ‘Oranje in revolutie & oorlog’ van Jeroen Koch, zal daarom op termijn vertaald worden.”

Donateurs houden ons scherp‘

“De ontstaansgeschiedenis van het fonds is ook van belang voor onze huidige positie. We hebben een eigen vermogen dat nog stamt uit de tijd van het ‘Spitfire Fund’. Omdat wij onze organisatie vrijwel volledig uit ons eigen vermogen bekostigen, blijven onze kosten voor fondsenwerving eenvoudig binnen de norm van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). Naast het eigen vermogen werven we ook eigen fondsen. Het grote voordeel daarvan is dat onze donateurs ons scherp houden. Ben je alleen vermogensfonds, dan heb je al snel de neiging om zelf te bedenken wat nodig is. Ben je ook fondsenwervend, dan word je gestuurd en gescherpt door je donateurs. Dat geeft een mooie ‘schurende werking’.”

“Zo gaf een familie bijvoorbeeld aan dat zij iets wilden doen met geëngageerd toneel. Anders dan in Engeland, blijken er in Nederland vrijwel geen maatschappelijk betrokken toneelschrijvers te zijn. Wij hebben nu een stipendium om jonge toneelschrijvers te stimuleren dat type toneel te ontwikkelen. Daar waren we zelf waarschijnlijk nooit opgekomen. Een andere anonieme mecenas wilde jong modetalent stimuleren. Ook een discipline waar wij zelf niet aan gedacht hadden. Inmiddels hebben we het 8e Cultuurfonds Mode Stipendium uitgereikt waaraan een bedrag van 50.000 euro is verbonden. Wat je je niet realiseert, is dat zelfs al heb je naam gemaakt in die wereld, zoals bijvoorbeeld Jan Taminiau met de jurk van Koningin Maxima, het nog steeds heel moeilijk is om een plek te veroveren in de internationale modewereld. Daar heb je serieus geld voor nodig. Vandaar ook dat hij dit stipendium in 2013 heeft gekregen.”

Goede tijden, slechte tijden

“Wij zijn als organisatie de financiële crisis van 2008 gelukkig goed doorgekomen, Het financiële klimaat had weinig invloed op de bereidheid van mensen om te blijven geven. Mensen hadden het gevoel dat ze ons juist moesten steunen in zware tijden. En ze werden daarbij een beetje geholpen door de overheid, die met regelgeving probeerde om geven aan goede doelen te stimuleren. Giften aan een ANBI zoals het Prins Bernhard Cultuurfonds, zijn voor 125 procent aftrekbaar van de belasting. Dat kan een stimulans zijn om meer te schenken. Wat niet veel mensen zich realiseren is dat de overheid natuurlijk verreweg de grootste mecenas van Nederland is. Zij zorgen voor een brede culturele basis, wij mogen de krenten in de pap doen. Daar zijn wij de overheid natuurlijk erg dankbaar voor.”

Verantwoording

“Als goede doelenorganisatie, zeker bij een fonds van onze omvang, lig je behoorlijk onder een vergrootglas. Je moet – terecht – alles kunnen verantwoorden, zoals bijvoorbeeld onze locatie. We huren het van de Vereniging Hendrik de Keizer, ook een goede doelenorganisatie. Door dit pand te huren, stralen wij uit dat het behoud van cultureel erfgoed in onze vezels zit. Wij zorgen voor het gebouw als ware het ons eigendom en stellen het pand en de tuin open voor het publiek wanneer het maar kan. Open monumentendagen, open tuinendagen, open muziek in de tuindagen; het publiek is welkom en onze donateurs en schenkers natuurlijk helemaal. En voor onze mecenassen is het natuurlijk veel leuker om hier langs te komen dan ergens in een anoniem gebouw op een industrieterrein.”

Een serieuze organisatie

“We hebben 35 vaste medewerkers aan de Herengracht en één à twee per provinciale afdeling. En die mensen hebben we ook hard nodig: we ontvangen elk jaar zo’n 6000 aanvragen die we allemaal moeten voorbereiden en beoordelen. Uiteindelijk worden er rond de 3500 gehonoreerd. Dat werk komt deels ook voor rekening van een grote groep trouwe vrijwilligers. Zo gaan er tijdens de jaarlijkse Anjeractie 25.000 collectanten langs de deur om geld op te halen voor hun vereniging én voor het Cultuurfonds. Ook de provinciale besturen, en hun adviseurs bestaan uit vrijwilligers. Ik prijs me gelukkig dat we eigenlijk nooit problemen hebben om vrijwilligers te vinden, terwijl we toch veel van ze vragen.”

Samen met de overheid

“Naast ons werk dat samenhangt met de giften en legaten van particulieren, werken we steeds meer samen met overheid en semioverheid. Zo doen we buurtcultuurprojecten met woningbouwverenigingen en gemeenten om de kwaliteit van leven in hun buurten te verbeteren. Een mooi voorbeeld van hoe wij als Cultuurfonds aanwezig zijn in alle lagen van onze samenleving. Met de waterschappen werken we samen op watereducatie en met provincieshebben we leenfondsen voor de restauratie van monumenten met gemeentelijke en provinciale uitstraling.”

Toekomst: kennisinstituut voor filantropie

“Als fonds moet je altijd ondernemend zijn, inspelen op de behoeften van schenkers. Mensen moeten ons weten te vinden als ze iets speciaals willen realiseren, wij geven advies. Wij zijn het Huis van het mecenaat, een bundeling van heel veel giften die de stenen vormen waaruit het huis is opgebouwd. En we blijven onszelf ontwikkelen en vernieuwen: sinds kort kunnen mecenassen ons in hun testament benoemen als executeur en kunnen wij als gemachtigde worden aangewezen in een levenstestament. Daarnaast kijken we steeds meer over de grens. Naast ons vaste dochterfonds in het Caribische gebied en onze jaarlijkse donatie van 5 miljoen euro aan de European Cultural Foundation, beheren we bijvoorbeeld ook een fonds voor een groot archeologieproject in Portugal. En wat mij betreft kunnen we filantropie op nog veel meer terreinen faciliteren. Het NOC*NSF is bezig met een fonds voor de sport, misschien moeten wij wel gaan helpen? Het Huis van het mecenaat kan heel goed verder worden uitgebouwd tot het Huis van de filantropie. Daar wil ik me graag voor inzetten.”