Interview Bart Lubbers – FastNed

Na een geslaagd avontuur met het gratis dagblad Metro, stortte Bart Lubbers zich in 2012 op een nieuwe zakelijke uitdaging: Fastned. Tijdens een lunch aan de Maliesingel bij Petram & Co. vertelt Bart over zijn ondernemerschap en drive om steeds nieuwe initiatieven op te starten.


Bas Lubbers - Fastned

Bart Lubbers – Fastned

“Ik heb het ondernemen van huis uit meegekregen. Thuis ging het vaak over het familiebedrijf en ik herinner me de bezoekjes aan de fabriekshallen van Hollandia nog goed. Zo word je van jongs af aan gevormd, ondernemerschap is heel vanzelfsprekend. Ik werd ook gestimuleerd om na te denken over hoe dingen beter kunnen. En hoe je daar vervolgens iets mee kunt doen. Een baan in loondienst is bij ons minder voor de hand liggend, al ben ik wel zo begonnen.”

Na de middelbare school studeert Lubbers geschiedenis in Utrecht, geen logische keuze als opstap voor een loopbaan als ondernemer. “Op een gegeven moment zou ik moeten gaan werken, me de hele dag met geld bezighouden. Het leek me een goed plan om voor die tijd eerst nog een leuke studie te doen. En dat was voor mij geschiedenis. Via een MBA in Rotterdam en New York heb ik later mijn financiële kennis bijgespijkerd.”

Met spreadsheetmanagement maak je het verschil niet

Tijdens zijn eerste baan bij Coopers & Lybrand viel hem op dat al die slimme, hoogopgeleide mensen alleen maar heel druk aan het werk waren, vooral met spreadsheets. “Vreemd, we werden ingehuurd om na te denken en met goede ideeën te komen maar iedereen zat achter z’n PC spreadsheets en documenten te maken. Dat kostte zoveel tijd dat je niet aan nadenken toekwam. Voor een goed idee moet je met elkaar discussiëren, tijd hebben om je te ontspannen, om je heen te kijken, om niets te doen. De beste ideeën komen toch wel erg vaak tijdens het wandelen, afwassen of in de kroeg.”

Zelf de handen uit de mouwen steken is een voorwaarde om succesvol te ondernemen.

“Mijn eerste stap als ondernemer was puur ingegeven vanuit schoonheid. Ik werkte nog bij Coopers & Lybrand en woonde met mijn vrouw in de Nieuwmarkt-buurt in Amsterdam. De buurt zat toen net een beetje in de lift, de junks verdwenen en drugspanden werden opgeknapt. Maar dat ging eigenlijk volledig langs ons heen. Iedere dag reden we ’s morgens vroeg weg om pas ’s avonds weer terug te komen. We hadden totaal geen binding, dat voelde niet goed. Ik ben toen op een ochtend bij zo’n pand binnengestapt. De eigenaar was er aan het stucen en hij wilde het wel aan mij verhuren. We zijn toen een kinderboekenwinkel begonnen, want die was er nog niet. We hebben toen boeken besteld kasten getimmerd en de deur open gedaan. Mijn vrouw heeft haar baan bij een reclamebureau opgezegd om de winkel te runnen. Zelf de handen uit de mouwen steken is een voorwaarde om succesvol te ondernemen. Ik heb ook bij de start van mijn restaurant Wilhelmina Dok aan het IJ in de bediening gewerkt.”

Na een jaar Coopers & Lybrand betrekt Bart een klein kantoortje in het oude Wilhelmina Ziekenhuis en gaat aan de slag als zzp-er. Hij adviseert onder andere de gemeente bij de verkoop van het energiebedrijf aan de Nuon. In deze tijd wordt ook het idee voor het opzetten van een Nederlandse editie van de gratis krant Metro geboren. Samen met mede-investeerder Tiago Jurgens en de Duitse journalist Falk Majeda stelt hij een businessplan op dat hij aan het moederconcern, de Zweeds uitgeverij Metro International presenteert. “Hoewel ze in eerste instantie raar opkeken toen ik daar binnenkwam, zagen ze er wel wat in. We mochten bij ze terugkomen als we een distributiecontract voor alle Nederlandse stations regelden. Toen dat het geval was, hebben we een joint venture opgezet en konden we aan de slag. Het werd een succes en in 2005 heeft het moederconcern de laatste aandelen van ons teruggekocht.”

Mooi om te zien hoe je vanuit het niets een bedrijf bouwt met een geheel eigen sociale dynamiek.

“Ondernemen is voor mij het uitvoeren van een mooi idee, dat geeft een enorme kick. Maar wat ik ook erg interessant vind zijn de sociale structuren die ontstaan binnen een onderneming. Medewerkers borrelen samen, gaan met elkaar op pad met bedrijfsuitjes, worden vrienden, trouwen soms zelfs. En jij staat aan de basis van deze dynamiek. Dat geeft natuurlijk ook een grote verantwoordelijkheid, je moet wel voor de continuïteit zorgen, je medewerkers zijn afhankelijk van het succes van jouw ondernemerschap.”

Geen vergaderingen, maar ad hoc discussies en daarna weer aan de slag.

“Wat ik bij Fastned zie, is een cultuur van jonge, hoogopgeleide medewerkers die graag zelf verantwoordelijkheid nemen om gestelde doelen binnen een bepaalde tijd te realiseren. Lopen ze vast dan halen ze twee, drie man bij elkaar en gaan een half uur in een hok zitten om een oplossing te vinden. Dus geen vooraf geplande vergaderingen, maar ad hoc discussies en daarna weer aan de slag. Daarnaast moet je wel bedenken hoe je ze gemotiveerd houdt. Zeker bij start-ups is de kans op tegenvallers groot. Je moet dus een systeem bouwen waarbij je kleine, haalbare successen viert. Dan houdt iedereen vertrouwen en blijven ze aan boord.”

Een kleine stap van snelladers naar laadstations.

Naast Metro investeert Lubbers via Breesaap, de investeringsmaatschappij van de familie, in verschillende initiatieven, onder andere in zonne-energie. En in Epyon, ontwikkelaar en producent van snelladers die in 2012 door de Zwitserse multinational ABB werd overgenomen. Vanuit Epyon was het een kleine stap naar Fastned. Lubbers: “Als je echt werk wilt maken van de elektrische auto, heb je een landelijk netwerk van snelle laadstations nodig. Niemand die daar toen nog serieus mee bezig was. Een enorme kans om een mooi bedrijf neer te zetten dat ook nog eens een bijdrage levert aan het indammen van onze verslaving aan fossiele brandstoffen.”

Je verkoopt geen elektrische auto’s zonder laadstations.

Voor Fastned draaide het, net als bij Metro, in eerste instantie om het verkrijgen van voldoende distributiepunten. Tijdens de inschrijving bij Rijkswaterstaat verwierf Fastned 201 van de 245 concessies langs de Nederlandse snelwegen. Goed voor een vliegende start. “Net als de pomphouders huren wij een stuk grond waar we onze laadstations op bouwen. In totaal hebben we ongeveer 40 miljoen nodig voor 201 station. Daarvan is inmiddels zo’n 20 miljoen binnen. Komend voorjaar is er waarschijnlijk weer een aandelenemissie. Net als de vorige keer word je bij de aanschaf van minimaal 25.000 certificaten ‘Founder’ waarmee je de rest van je leven gratis mag laden. Een soort crowdfunding dus. Daarnaast praten we met grote investeerders, onder andere de auto-industrie. In 2017/2018 komen zij met een nieuwe generatie elektrische auto’s, die gaan ze natuurlijk niet verkopen als er geen stations zijn.”

“Interessant is dat de pomphouders, onze buren langs de snelweg, nog helemaal niet bezig zijn met laadstations. De noodzaak ontbreekt, bij hun staan de auto’s in de rij voor de pomp, bij ons nog niet. Zij hebben in 2012 dan ook niet ingeschreven op de concessies voor het opladen van elektrische auto’s. Dat gegeven, naast de duur van de aan ons verleende concessies – 15 jaar – maakt dat ik me niet zo’n zorgen maak over concurrentie uit die hoek. Overigens zijn er naast de 245 benzinestations langs de snelwegen, nog ruim 4000 benzinestation in het land over waar nog niets vergeven is. Waar we wel tegenaan lopen is dat we van Rijkswaterstaat geen toestemming krijgen om winkels en WC’s bij onze stations aan te bieden. Ze zijn bang voor claims van de oliemaatschappijen terwijl er geen alleenrecht op die voorzieningen in hun contract staat. De oliemaatschappijen hebben immers alleen het alleenrecht op het verkopen van brandstoffen langs de snelweg. Nu moeten wij een rechtszaak voeren om een rechter de knoop te laten doorhakken. Dat is op z’n zachtst gezegd vreemd.”

Ook bij nieuwe ontwikkelingen zitten de gevestigde partijen aan tafel.

Als de prognoses kloppen, rijden er over 10 jaar 1 miljoen elektrische auto’s in Nederland rond. Het is doodzonde dat de overheid daar zo traag op anticipeert. “We zijn eindeloos aan het polderen, maar als je weet dat er over 10 jaar 1 miljoen elektrische auto’s rondrijden, moet je nu een plan maken. Hoeveel kilowatts hebben we nodig en wat betekent dat voor je infrastructuur? We denken veel te klein. Dat zie je ook bij de aanleg van windmolenparken op de Noordzee. Ze zijn nu al ellenlang bezig met een veldje van 20 molens terwijl we er straks 6000 nodig hebben. Je moet nu kijken hoe je dat kunt regelen. Wat je daarnaast ziet, is dat bij dit soort nieuwe ontwikkelingen de gevestigde partijen met de overheid aan tafel zitten. Terwijl je, als je het bijvoorbeeld over elektrisch rijden hebt, moet praten met de auto-industrie, zij moeten die auto’s toch maken? Ook ABB, de grootste producent van snelladers zit niet aan tafel. En wij ook niet.”

In Nederland is gewoon veel te weinig geld voor alle start-ups.

Ook de investeringscultuur in Nederland lijkt een succesvol start-up klimaat in de weg te staan. Lubbers: “Naast het feit dat er in Nederland gewoon veel te weinig geld is voor alle start-ups, zie je ook dat als een geldschieter een paar ton investeert, hij verder niets doet maar wel rapportages verlangt en regelmatig wil vergaderen om de voortgang te controleren. Als de resultaten dan na een jaar tegenvallen, gaat de stekker eruit. In Amerika stelt een investeerder de vraag hoe groot het idee kan worden en wat daarvoor nodig is. Welke mensen, hoeveel geld en wanneer? Bijvoorbeeld in jaar 1 een ton, jaar 2 een miljoen en jaar drie 10 miljoen. De directeur krijgt het vertrouwen om het plan uit te voeren. En dan kan het best zijn dat de koers tijdens de rit wordt bijgesteld. Wat dat betreft kunnen wij veel van de Amerikanen leren.”

Een hele nieuwe markt met apps voor auto’s.

Hoe ziet de toekomst er volgens Lubbers uit? Het gaat nu bij elektrisch rijden om de laadinfrastructuur en betere accu’s voor een grotere actieradius. Wat is de volgende stap en wat gaat hij doen? Lubbers: “Straks worden auto’s computers op wielen die autonoom rijden. Dat gaat veel sneller dan je denkt, de techniek is er al, we hoeven het alleen nog te accepteren en toe te passen. Ik denk ook dat bedrijven als Samsung en Sony met een auto zullen komen. En al die auto’s zijn verbonden met het internet dus er komt een hele nieuwe markt met apps voor auto’s. Maar daar heb ik geen kaas van gegeten, verwacht dus niet dat ik daar in zal springen. Voorlopig ben ik veel te druk met Fastned dat ook in Duitsland voet aan de grond begint te krijgen.”